Signalering van kindermishandeling op de spoedeisende hulp
Jitty
Een kind komt op de spoedeisende hulp binnen in verband met benauwdheidsklachten. Daar moet het kind zonder kleding worden gewogen. De kinderverpleegkundige ziet dat het kind meerdere blauwe plekken heeft. Zodra de verpleegkundige vraagt naar de oorzaak komt er vanuit de ouder en het kind een vaag antwoord.
Een kind komt op de spoedeisende hulp binnen in verband met benauwdheidsklachten. Daar moet het kind zonder kleding worden gewogen. De kinderverpleegkundige ziet dat het kind meerdere blauwe plekken heeft. Zodra de verpleegkundige vraagt naar de oorzaak komt er vanuit de ouder en het kind een vaag antwoord.
Natuurlijk betekent dit niet direct dat er sprake is van kindermishandeling. Voor de kinderverpleegkundige, die de patiënt maar zo kort ziet, is het best ingewikkeld hier eventuele acties op te ondernemen. Wat is wijsheid in dit soort gevallen? Het Nationaal Signaleringsinstrument Kindermishandeling (NSK) is een nieuw landelijke werkwijze die hierin ondersteunt. Het MCL doet mee aan de pilot van het NSK.
Hoe ondersteunt het NSK in het signaleren van kindermishandeling? Wat merken ouders en kinderen hier van? Hoe gaan we hier in het MCL mee aan de slag? Jitty is ruim 13 jaar werkzaam als kinderverpleegkundige in het MCL en sinds 1,5 jaar in die functie ook op de spoedeisende hulp te vinden. Daarbij is ze aandachtsfunctionaris kindermishandeling en maakt ze onderdeel uit van de werkgroep Kindermishandeling in het MCL. Ze legt uit hoe het NSK haar en haar collega’s ondersteunt in deze lastige situaties.
Laagdrempelig melden
Doordat het MCL gebruik maakt van de vier NSK vragen worden verpleegkundigen gedwongen alert te zijn op eventuele kindermishandeling. Bij alle kinderen tot 18 jaar die binnen komen op de spoedeisende hulp zijn zij namelijk verplicht de NSK-vragen te stellen aan zichzelf, dat is protocol. Indien er vervolgens een afwijkend NSK uitkomt moeten er vervolgstappen ondernomen worden. De verpleegkundige brengt eerst de arts op de hoogte. Wanneer de arts ook zorgen heeft over de veiligheid van het kind wordt de meldcode gevolgd. Indien de zorgen zodanig zijn dat deze gemeld gaan worden aan Veilig Thuis, worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld.
Jitty: “Dit is soms best lastig, want er is natuurlijk lang niet altijd sprake van kindermishandeling. Iedereen heeft wel eens een blauwe plek waarvan hij niet weet hoe hij is ontstaan en daar een vaag antwoord op geeft. Zeker als je al wat van slag bent doordat je op de spoedeisende hulp bent beland. Maar als we niet gaan verder kijken en onderzoeken betekent het misschien dat we kinderen waarop het wél van toepassing is missen. Ik leg altijd uit waarom het bij een afwijkend NSK zo belangrijk is om te overleggen en eventueel te melden. Onze hulp reikt namelijk tot de deur van het ziekenhuis. Wij kunnen niet beoordelen hoe het er thuis aan toe gaat. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die te maken hebben met mishandeling vaak al eerder in het ziekenhuis geweest zijn. Dit betekent dat we veel slachtoffers missen. Daarom is laagdrempelig melden zó belangrijk.”
Afwijkend NSK
Zodra er sprake is van een afwijkend NSK is de arts is verplicht om de meldcode te volgen. Dit betekent dat de arts verder onderzoek uitvoert en advies gaat inwinnen. Hierbij is het belangrijk om feitelijk en objectief te blijven. Met alleen een gevoel kun je geen melding doen. Aan de hand van die uitkomsten wordt er wel of niet een melding gedaan bij Veilig Thuis.
Jitty: “Afhankelijk van de ernst van de melding komt Veilig Thuis langs in het ziekenhuis. In sommige gevallen moeten we eerst het onderzoek en/of de uitspraak van Veilig Thuis afwachten. Het kind blijft zolang op de afdeling opgenomen.” Wanneer er bij een afwijkend NSK besloten wordt geen melding te doen, dan krijgt het kind wel een soort ‘pop-up’ in zijn dossier. “Zo kan bij een eventuele volgende opname de verpleegkundige direct zien dat het kind ooit een afwijkend NSK heeft gehad en hier direct alert op (kan) zijn.
Veilig Thuis selecteert de meldingen bij binnenkomst, niet alles wordt direct onderzocht. Maar mocht onze melding vanuit het ziekenhuis binnenkomen naast een melding van de huisarts en het consultatiebureau, dan is er wel degelijk een aanleiding om verder onderzoek te gaan inzetten bij dit gezin.
Het is heel waardevol om de NSK-vragen op de spoedeisende hulp in te zetten. Daar ontvangt Jitty namelijk ook kinderen, die na beoordeling weer naar huis mogen. Niet alle kinderen die op de SEH komen, worden ook op de kinderafdeling opgenomen. Zo ziet ze op de SEH bijvoorbeeld ook kinderen die door de dokterswacht zijn doorverwezen voor een breukje en na het gipsen direct weer naar huis gaan. Ook bij deze kinderen is ze verplicht de NSK vragen aan zichzelf te stellen en dus te signaleren.
Ultieme doel
Een afwijking in het NSK kan betekenen dat het kind mogelijk slachtoffer is van kindermishandeling of dat het kind mogelijk in een onveilige thuissituatie verkeert. Het NSK moet het hele proces van signaleren en actie ondernemen versimpelen. Het ultieme doel is eerder signaleren, transparantie naar ouders en minder meldingen bij Veilig Thuis.
Jij let er altijd op, zeggen collega’s wel eens. Maar al zou ik er maar één kind uitpikken. Dan is het natuurlijk al enorm de moeite waard geweest. Door er bewust van te zijn kunnen we zoveel verbeteren.
In het belang van het kind
“Jij let er altijd op, zeggen collega’s wel eens. Maar al zou ik er maar één kind uitpikken. Dan is het natuurlijk al enorm de moeite waard geweest. Door er bewust van te zijn kunnen we zoveel verbeteren.” Dat is ook de reden dat de werkgroep Kindermishandeling in het MCL scholingen en thema-avonden organiseert voor collega’s. Waarom is laagdrempelig melden belangrijk? Wat gebeurt er met een melding? Hierover gaat de werkgroep in gesprek met de werkvloer. Door deze kennis over te dragen hopen ze bewustwording te creëren, zodat we met zijn allen alert zijn op signalering. Jitty: “Deze oplettendheid en voelsprieten uit hebben staan is het belangrijkst. Alles in het belang van het kind. Zij staan centraal bij alles wat we doen en als wij twijfelen over de veiligheid van het kind, hebben wij de verantwoordelijkheid om dit niet alleen te signaleren, maar hier ook iets mee te doen.”
14 t/m 20 november is het de Week tegen Kindermishandeling
Dit jaar is het thema ‘Praat met elkaar’. Praten over kindermishandeling is moeilijk. Daar mogen we open over zijn. Omdat je twijfelt of je het wel goed ziet, omdat je niet weet hoe je het gesprek moet aanvliegen, omdat je de relatie met de ouder, je collega of een kind niet wilt verpesten. Eigenlijk is nooit het juiste moment, dus is het altijd het juiste moment. Voor een gesprek, of een andere manier van contact maken. En om een eerste stap te zetten die veel voor iemand kan betekenen. 'Dat maakt het verschil'.