Ongemak
Chantal Mouës
Ooit was ik ook een co die continu alert was en vooral hard haar best deed te leren zonder (opvallend) fouten te maken.
Vertwijfeld kijkt ze om zich heen. Onze co-assistente is 23 jaar oud en door haar bril ziet zij een legioen aan “kennismachtigen”. Naast haar een jongeman, kort geknipt , 2 oorbelletjes rechts en versleten gympies.
Haar bril herken ik, deze heb ik jaren gedragen in vele soorten en maten. De wens van deze jonge studenten om gezien te worden (of juist niet) geeft een gevoel van ongemak. De jonge “bijna dokter” kijkt strak voor zich uit. Ze zit in onze overdrachtskamer en weet niet goed of ze hier thuis hoort. Een ongemakkelijk en herkenbaar gevoel, alsof je een verjaardagsfeest betreedt met allemaal onbekenden. De indicatie bespreking is in volle gang, de sfeer is ontspannen en de leermomenten zijn niet van de lucht. Toch weet ze zich geen raad met deze gezellige stemming, want “de beurt” is nabij en ze weet niet wat ze niet weet. Terwijl zij zichtbaar struggelt met het aanwezig zijn, verdwijnt de ander co gedachteloos uit de ruimte.
Ooit was ik ook een co die continu alert was en vooral hard haar best deed te leren zonder (opvallend) fouten te maken. Ik wist best wat ik niet wist en dat was een heleboel. Jaren later, afgestudeerd en plastisch chirurg stak het bij vlagen weer de kop op. Het bleek een naam te hebben, het “imposter syndroom”, een absolute favoriet onder vrouwen. Wanneer is dat eigenlijk verdwenen? Wanneer werd het klinisch handelen een jas die ‘s ochtends aanging? Wanneer stoppen patiënten met achter je kijken of er iemand anders nog een beter oordeel heeft?
Wanneer werd het klinisch handelen een jas die ‘s ochtends aanging? Wanneer stoppen patiënten met achter je kijken of er iemand anders nog een beter oordeel heeft?
Met al onze vergaarde kennis op zak vraag ik me af of wij wel genoeg stilstaan bij de struggle(s) van de volgende generatie artsen. Terwijl we met groot gemak een helpende hand kunnen bieden door simpelweg geïnteresseerd en benaderbaar te zijn. Wat houdt ons tegen te vragen "Wat beweegt je? Wat wil je? Wie ben je?". En waarom willen wij (en zij) het liefst dat ze al “af” zijn zonder mee te hebben gemaakt wat wij meemaken? Elke dag, live, in de arena van ons ziekenhuis.
Onze co-assistente blijkt een hele leuke, sprankelende jonge vrouw met een passie om gynaecologe te worden. Een echte passie! Zij wil de wereld vrouwvriendelijk maken, onderwijs geven over pijnstilling en bevallen, schaamte en seksuologie en de medische wereld een beetje beter maken. Als ik er zo over nadenk veel hogere doelen dan ik mij ooit stelde tijdens dit leerproces. Het coschap plastische chirurgie is slechts een vertraging op haar weg. Ze is zeker onder de indruk van de enorme breedte van ons vakgebied, het creatieve proces en de passie die er vanaf spat, maar ziet niet dat dit haar verder brengt op haar gekozen pad. Kennelijk vindt ze dat ze binnen de strakke lijnen van haar planning moet blijven en niet mag genieten van leermomenten die daar buiten liggen. Met wat sturing om haar blikveld te verbreden, blijkt haar groeicurve veel steiler en haar enthousiasme voor ons vak groter. Deze bruisende collega stuwt in mij gelijk de passie omhoog om de ander te zien, hoe (on)zichtbaar ze ook willen zijn. Spontaan introduceer ik haar tijdens de koffie bij mijn collega gynaecoloog met de woorden: “Wacht maar! aanstormend talent, deze wil je hebben!”
Ik schuif mijn bril terug op mijn neus, nu terug naar die jongen… de behoeften van de patiënt en dat is wat mijn hart beweegt.
Meer lezen van MCL vertelt?
Bekijk meer verhalen over afdelingen, mensen, zorg, keuzes, meedoen en geluk op deze pagina.