Spring naar inhoud

MDA++ doorbreekt patronen

Narda Bergsma en Evelyn van Pinxteren

Het is heel anders als je zelf meepraat over jouw situatie, dan dat je hoort dat er over je gesproken is.

Keer op keer komt er een melding binnen bij Veilig Thuis over hetzelfde gezin. De onveilige situatie met kindermishandeling, verslaving, psychiatrische problemen en werkloosheid blijft zich herhalen. De problemen zijn zo hardnekkig dat het maar niet lukt om tot een oplossing te komen, het patroon te doorbreken en een veilige omgeving te creëren. In zo’n moeilijke situatie kan MDA++ uitkomst bieden. De gezinsvoogd, Veilig Thuis of het gebiedsteam is de regiehouder en bespreekt met het gezin waarom MDA++ hen kan helpen en stelt voor samen dit traject in te gaan.

MDA++ staat voor multidisciplinaire aanpak. Gezinsleden gaan bij het MDA++ samen met hulpverleners uit verschillende organisaties om tafel. Hulpverleners praten niet over maar mét het gezin. Narda Bergsma (voorzitter en werkzaam bij Veilig Thuis) en Evelyn van Pinxteren (kinderarts MCL) maken onderdeel uit van één van de twee MDA++ teams in Friesland. Narda: “Het is heel anders als je zelf meepraat en hoort wat mensen zeggen over jouw situatie en welke voorstellen er gedaan worden om de problemen aan te pakken, dan dat je hoort dat er over je gesproken is en ‘we hebben bedacht dat dit voor jou de oplossing moet zijn’. Dat is niet fijn.”

MDA++ is een uniek traject, doordat je met z’n allen om tafel zit en als betrokken gezin zelf meebeslist. Een vertegenwoordiger van Fier, GGZ Friesland, Medisch Centrum Leeuwarden, Politie, Verslavingszorg Noord Nederland en Veilig Thuis Friesland zitten standaard in het MDA++ team. Als dat wenselijk is schuiven ook anderen aan. Dat zijn bijvoorbeeld de school, grootouders, een goede vriendin of andere hulpverleners. De betrokkenen mogen iedereen aan tafel uitnodigen van wie ze denken dat ze kunnen bijdragen aan een oplossing.

Het is heel anders als je zelf meepraat over jouw situatie, dan dat je hoort dat er over je gesproken is.

Hardnekkige problematiek

De casussen die bij MDA++ aan tafel komen, bevatten vaak hele hardnekkige problematiek, waarbij langdurig volgen van een gezin noodzakelijk is. De problemen spelen vaak al van generatie op generatie. Het is niet zomaar ontstaan en gaat dus ook niet zomaar weg. Evelyn: “Dat vraagt om een langdurige aanpak. Als je niet anders hebt leren opvoeden dan met slaan en schoppen, dan zit het in de wortels. Er is heel veel geduld en volhouden nodig om dat te veranderen. Daar zijn we maatschappelijk gezien niet heel goed op ingericht. Doorgaans hebben gezinnen met veel verschillende hulpverleners te maken. Gezinnen moeten hierdoor telkens weer met de billen bloot. Het helpt enorm als je dan binnen MDA++ met een vast team aan de slag gaat. Samen lukt het eerder om patronen te doorbreken.”

Narda: “We vinden het belangrijk dat de stem van de kinderen aan tafel wordt gehoord. Soms schuiven kinderen zelf aan. Soms zijn ze te jong. Ook kan het zijn dat een speciaal opgeleide werker vanuit het MDA++ met de kinderen in gesprek gaat. Deze bekijkt met de kinderen wat namens hen aan tafel mag worden gezegd, wat belangrijk voor hen is. Evelyn: “Ook vertalen we naar de ouders wat een kind van een situatie zou kunnen denken op grond van onze kennis van kinderen.”

MDA++ behaalt met deze unieke aanpak veel winst. Uit landelijk onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat het geweld in veel gevallen niet volledig stopt en het problematisch alcoholgebruik niet afneemt. Maar wat ook blijkt is dat het geweld en trauma significant afnemen, de emotionele veiligheid significant verbetert en de kwaliteit van leven toeneemt. Het gezin kan verder en er ontstaat ruimte voor herstel. Door het bewezen succes wordt het model in steeds meer regio’s toegepast.

Friesland als grondlegger, Fier als initiator

MDA++ is tien jaar geleden opgericht in Friesland. Evelyn is destijds door Fier benaderd om mee te denken over het concept. Evelyn: “Fier wilde meer gebruik maken van het feit dat de instanties in Friesland elkaar erg goed kennen. Het doel: veel sneller hulp bieden aan gezinnen waarover keer op keer een melding binnenkwam. Er speelden in die gevallen verschillende problemen zoals verslaving, psychiatrische problematiek en geldschulden waardoor er steeds wel iets was waardoor het niet lukte om te veranderen”.

MDA++ is voortgekomen uit MDCK (Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling). Hierbij lag de focus alleen op kinderen waarbij mishandeling een rol speelde. Snelle en meer effectieve hulp aanbieden was nodig. Het duurde soms wel meer dan een jaar voordat er daadwerkelijk hulp werd verleend. Evelyn: “Gebaseerd op een Amerikaanse model is toen bedacht om de disciplines die normaal aan bod komen bij een melding van kindermishandeling gelijk vanaf het begin te laten samenwerken. Zodat je vanaf de melding allemaal samen optrekt en dan veel sneller de juiste hulp kan inzetten ter bescherming van het kind.”

De samenwerking is in de loop der jaren uitgebreid. Verslavingszorg is toegevoegd. Ook is er meer aandacht voor trauma en behandeling gekomen. “De werkwijze is zo effectief, dat de vraag kwam of deze aanpak ook ingezet kan worden bij bijvoorbeeld ouderenmishandeling of huiselijk geweld. Dat is gebeurd, waardoor MDA++zich niet meer alleen op kinderen richt”, vertelt Evelyn.  

Het (eerste) gesprek

Bij het eerste gesprek stelt iedereen zich voor. Er is één vertegenwoordiger per organisatie. Vaak schuiven ouders of meerdere ouders (bij een samengesteld gezin), kinderen en hulpverleners aan. Al met al een groot gezelschap en dus veel mensen aan tafel. Narda: “Sommige ouders vinden het eerst heel overweldigend of onprettig als ze zoveel mensen aan tafel zien zitten. De ervaring is dat wanneer ze daar doorheen zijn, ze de contacten juist waarderen en denken: Jullie vinden ons belangrijk dat jullie met zoveel mensen met ons willen meedenken.”

Er wordt altijd eerst geprobeerd bij de betrokkenen aan te sluiten door hen te laten vertellen. Wat ervaren zijzelf als grootste probleem? Narda: “We beginnen bijvoorbeeld bij de ouders en stellen daarna dezelfde vragen aan de hulpverlening. Wat ziet iedereen voor onveiligheden en wat moet er veranderen? Denk hierbij aan verslaving, psychische problemen, gezinsruzies, opvoedkundige onmacht en geen geld voor eten. Dit brengen we samen in kaart.’’

Het is belangrijk dat er goed wordt nagedacht over wat er op de agenda moet. Wat willen jullie inbrengen? Waar willen jullie dat de vertegenwoordigers over meedenken? Dat zijn vragen die het MDA++ team aan de regiehouder stelt. De regiehouder begeleidt het gezin bij dit traject. De regiehouder zorgt ervoor dat die zaken gebeuren die samen met het gezin bedacht zijn.

Toegankelijke benadering

Ook al spelen niet alle instanties een rol in het probleem, ze zitten wel altijd standaard aan tafel. Ook als er bijvoorbeeld geen sprake is van verslaving of contact met politie, zijn zij wel aanwezig. Iedereen denkt vanuit zijn rol mee en kan vragen stellen vanuit het eigen perspectief. Narda: “Soms vragen mensen waarom een bepaalde instantie aan tafel zit. Bijvoorbeeld verslavingszorg terwijl er helemaal geen sprake is van verslaving. Of de politie als er geen sprake is van strafbare feiten. Het MDA++ denkt mee als team en ieder lid stelt vragen vanuit zijn eigen rol en vakgebied. Soms vertelt een gezin over burenruzies en kan de politie een wijkagent vragen langs te gaan om te praten en afspraken te maken. Als stress naar beneden gaat ontstaat er meer veiligheid.”

De aanwezige instanties hebben vaak laagdrempelig een introductiegesprek met het gezin of de betrokkenen. Narda: “Het is nogal wat als iemand zegt je moet naar forensische psychiatrie. Maar als iemand van deze organisatie bij jou komt en uitleg geeft over wat deze organisatie kan betekenen voor jou en vraagt ‘Wil je er eens over nadenken?’, werkt deze benadering vaak heel uitnodigend.”

De problemen spelen vaak al van generatie op generatie. Het is niet zomaar ontstaan en gaat dus ook niet zomaar weg.

Vertrouwen opbouwen

MDA++ gaat niet thuis kijken. Ze zitten aan tafel en denken mee, maar gaan niet zelf op onderzoek uit. Dat doen de hulpverleners in het veld. Het traject is vrijwillig. Het kan zijn dat er geen oplossing komt in het vrijwillig kader. Dan is er soms een verplicht kader nodig, met maatregelen die kunnen helpen om een patroon te doorbreken. Zo kan de regiehouder volgens Evelyn bijvoorbeeld besluiten een melding te doen bij de Raad voor de  Kinderbescherming. “Soms is een kinderbeschermingsmaatregel nodig om knopen door te hakken en het kind veilig te stellen.”

Dit geldt bijvoorbeeld ook bij de situatieschets waar dit verhaal mee begon en waar steeds maar weer een melding kwam van huiselijk geweld en de hulpverleners er maar niet de vinger achter kregen waarom de problemen zo hardnekkig waren. “Na vier jaar kwam opeens op tafel dat moeder alcoholverslaafd was. Toen konden we die verslaving gaan aanpakken. Zo lang kan het duren voordat het vertrouwen er is en zo’n verslaving bespreekbaar wordt. Doordat je het gezin langer volgt bouw je samen iets op”, vertelt Narda.”

Urgentie

Als er traumascreening nodig is, een topteenonderzoek of behandeling vanuit de GGZ, kan dit heel snel worden ingezet. Door de urgentie mogen de vertegenwoordigers vanuit MDA++ snel acties uitzetten buiten de gebruikelijke wachtlijsten om. Hierbij maken de leden gebruik van hun eigen netwerk. Evelyn: “Soms handelen we heel praktisch. We kunnen heel lang praten, maar als er geen geld is om eten te kopen gaan mensen de raarste dingen doen om ervoor te zorgen dat hun kinderen eten hebben. Dat is ook vorm van hulp verlenen, signaleren dat dat speelt en dit oplossen. Je kunt niet behandelen als het onveilig is. Eerst moet er veiligheid worden gecreëerd.”

Top-3 methodiek

MDA++ maakt gebruik van de Top-3 methodiek. Hierbij wordt gestart met een top drie van meest onveilige situaties. Vervolgens worden de risicofactoren in kaart gebracht. Welke onderliggende problemen zijn er die het onveilig houden? Bijvoorbeeld: Is er sprake van verslaving? Is er psychiatrische problematiek of hebben ouders geen werk? Tot slot komen we in de herstelgerichte fase. Zodra er op die risico’s, indien mogelijk, passende hulp en behandeling is ingezet en dit met een voldoende door iedereen wordt beoordeeld, kan hersteld worden. Het doel is, dat er sprake is van duurzame veiligheid.

De problematiek wordt concreter gemaakt door cijfers te geven. ‘Wat vind je de meest onveilige situaties en hoe onveilig schat je dat in?’ Evelyn: “Als een ouder iets niet onveilig vindt, maar de gezinscoach vindt het verschrikkelijk onveilig, dan heb je een heel mooi gesprekspunt. Als je de vraag na een half jaar opnieuw stelt en cijfers laat geven, kun je zien of je wat bereikt.”

Soms handelen we heel praktisch. We kunnen heel lang praten, maar als er geen geld is om eten te kopen gaan mensen de raarste dingen doen om ervoor te zorgen dat hun kinderen eten hebben.

Duurzame veiligheid

Er is een aantal situaties geweest waarbij seksuele mishandeling binnen het gezin een rol speelde. Daar zit naast veiligheidsaspecten voor het kind ook een heel politie en justitieel kader aan vast. In dit soort situaties kan een traject jarenlang duren.

 “Stel er is incest geweest en de vader wordt hiervoor opgepakt en moet een gevangenisstraf uitzitten. Zodra deze straf achter de rug is, moet je ook gaan kijken hoe het gezin verder wil. De ene keer maakt het gezin de keuze dat de vader buiten beeld blijft en de ouders gaan scheiden. Maar er zijn ook gezinnen die na de straf en psychiatrische behandeling graag weer samen verder willen gaan. Dat betekent heel veel”, legt Evelyn uit.

“Alle gezinsleden hebben dan hulp nodig. Misschien hebben ze allemaal traumabehandeling nodig. Dan praat je al snel over heel wat jaren. Dit hebben we een aantal keren meegemaakt. Het is heel mooi als je dat traject uiteindelijk kunt afsluiten.

Narda: “Het mooie aan dit soort zaken is dat alle hulpverlening in elkaar gevlochten wordt. Het is wel een gezin waar je het over hebt. Alle individuele trajecten moeten bij elkaar komen en op elkaar zijn afgestemd. We sluiten een traject pas af zodra we duurzame veiligheid hebben gecreëerd. Dat betekent dat er zo’n half jaar tot een jaar geen melding meer is binnengekomen. Bij de afronding geven we altijd aan dat er, indien nodig, ouders opnieuw een beroep op ons kunnen doen.”

Meer lezen van MCL vertelt?

Bekijk meer verhalen over afdelingen, mensen, zorg, keuzes, meedoen en geluk op deze pagina.

MCL als topklinisch opleidingsziekenhuis

MCL is een topklinisch opleidingsziekenhuis en behoort sinds 2003 tot de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Dit betekent dat ons ziekenhuis voldoet aan verschillende eisen die voornamelijk te maken hebben met de kwaliteit van het onderwijs, (medische) opleidingen en wetenschappelijk onderzoek. Het lidmaatschap betekent een erkenning voor de energie die het MCL heeft gestoken in de specialistische opleidingen. De vereniging STZ bestaat uit zesentwintig grote opleidingsziekenhuizen in Nederland die hooggespecialiseerde medische zorg verlenen, wetenschappelijk onderzoek doen en vele artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals opleiden. Meer weten? Zie deze pagina.