MCL als motor van vernieuwing

‘‘Durf te dromen’’, zegt Patrick Vink als hij het heeft over de toekomst van de Friese zorg en de ambities van het MCL. Maar dromen alleen is niet voldoende. ‘‘Als je echt wilt vernieuwen, dan kun je dat niet alleen. Dan zal je moeten samenwerken met andere partijen. Daarbij moet de inhoud van de zorg leidend zijn en wat je met elkaar kunt doen om alle noodzakelijke zorg voor Friezen te behouden en te verbeteren. Dat moet het doel zijn.’’

Het MCL is de laatste jaren sterk in beweging. De organisatie van de zorg is veranderd. Zo zijn er zes zorgeenheden (ZE’s) en een MFE gegroepeerd rond clusters van zorg. Daarbij gaat het om het hartvaatcentrum, vrouw, moeder kind, oncologie, beschouwende vakken, snijdende vakken en de acute zorg met de spoedeisende hulp en de intensive care. De zorg binnen en tussen de verschillende ZE’s wordt zo ingericht dat de patiënt zo weinig mogelijk schotten ondervindt en een soepele ‘reis’ kan volgen door het ziekenhuis als hij een behandeling of onderzoek nodig heeft. Hiervoor ontwikkelt het MCL, met de inbreng van patiënten, zorgpaden. De afdelingen binnen de MFE ondersteunen hierbij.

Daarnaast heeft het MCL - naast het leveren van goede basiszorg - een aantal onderscheidende gebieden benoemd waarin het ziekenhuis wil excelleren en de beste zorg wil leveren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om hart- en vaatzorg, oncologie en gespecialiseerde behandelingen voor vrouw moeder en kind.

Als topklinisch of STZ-ziekenhuis zijn onderzoek, innovatie en opleiding belangrijke pijlers voor het MCL. Door intensief onderzoek te doen in de onderscheidende gebieden, wil het MCL deze zorg verder verbeteren. Daardoor kunnen Friezen ook in de nabije toekomst voor de meeste vormen van zorg – ook de complexe ingewikkelde ingrepen en onderzoeken – in het MCL terecht en hoeven ze daarvoor niet ver te reizen.

Het MCL heeft de afgelopen jaren fors moeten bezuinigen om de komende jaren flink te kunnen investeren in noodzakelijke nieuwbouw. In eerste instantie bouwen we een nieuwe intensive care,  een operatiecentrum en apotheek. Nieuwbouw die volgens Patrick Vink noodzakelijk is om ook in de toekomst de positie van het MCL als topklinisch ziekenhuis (STZ) te behouden en te versterken. Dan zijn hybride operatiekamers met meer digitale ondersteuningsmiddelen nodig om mee te kunnen met de nieuwste operatietechnieken en zo aantrekkelijk te blijven als werkgever voor jonge aankomende ambitieuze dokters, verpleegkundigen en ondersteuners.

Het is nog maar de eerste fase van (ver)nieuwbouw van het ziekenhuis. Later volgen nog andere delen, waaronder de kliniek en de poliklinieken, waarna er naar verwachting rond 2030 een hypermodern vrijwel nieuw ziekenhuis zal staan op de plaats van het huidige MCL.

Aanvankelijk had het ziekenhuis eerder willen bouwen, vertelt Patrick Vink, maar financieel moest het huis eerst op orde. Dat is gelukt. Nu komt het later bouwen ‘wel goed’ uit omdat de vernieuwingen in een versnelling komen en dit ook direct van invloed is op hoe het nieuwe ziekenhuis van de toekomst eruit komt te zien.

Zo heeft de coronacrisis het digitaal en meer op afstand werken in de zorg een stevige impuls gegeven. ‘‘Wilden artsen het afgelopen jaar patiënten zien of spreken dan kon dat vaak alleen maar digitaal. Beeldbellen, zorg op afstand, telemonitoring, waarbij patiënten thuis met behulp van digitale meetapparatuur worden gevolgd, hebben daardoor een enorme vlucht genomen.’’ Het is vaak efficiënt en minder belastend voor de patiënt, want die hoeft alleen naar het ziekenhuis te komen als het echt nodig is. ‘‘Want waar het echt nodig is, blijven artsen natuurlijk fysiek patiënten zien en onderzoeken.’’

Patrick Vink noemt de Stadspoli een mooie samenwerking tussen huisartsen en specialisten die in het MCL werken. Op verzoek van de huisarts kan de specialist een meekijkconsult verrichten bij een patiënt op de Stadspoli. In veel gevallen gaat het om situaties waarvoor de patiënt vroeger naar het ziekenhuis moest – en zijn eigen risico kwijt was – maar waarvoor de specialist nu naar de Stadspoli komt. De patiënt hoeft niet naar het ziekenhuis. De huisarts houdt de regie en de patiënt zijn eigen risico als hij dat nog niet heeft uitgegeven. Patiëntvriendelijke en betaalbare zorg.

Door deze ontwikkelingen zou het MCL van de toekomst wel eens een compacter ziekenhuis kunnen worden met uiteindelijk minder bedden dan nu het geval is. ‘‘De verwachting is dat patiënten straks alleen nog in het ziekenhuis komen voor specialistisch onderzoek of een behandeling of operatie. Zeker bij oudere patiënten moet je je afvragen of een dynamische en vaak wat onrustige ziekenhuisomgeving wel de beste plek is om na een operatie te herstellen. Vaak zijn patiënten beter af op een revalidatieafdeling van bijvoorbeeld Noorderbreedte.’’

Patrick Vink ziet dan ook voor zich dat patiënten straks wellicht in Noorderbreedte worden opgenomen. Ze komen in het MCL voor een operatie en als ze geen IC-zorg of medisch specialistische verpleging nodig hebben, kunnen ze snel terug naar Noorderbreedte om daar in een veel rustiger omgeving te herstellen en te werken aan terugkeer naar huis als dat mogelijk is. Het MCL dus als een belangrijke specialistische schakel in een keten van samenwerkende zorgverleners.

Zo ziet Patrick Vink ook kansen in verdergaande samenwerking met Tjongerschans, dat net als MCL (en Noorderbreedte) deel uitmaakt van Zorgpartners Friesland (ZPF). Waar eerder vergaande plannen bestonden om de verschillende partners uit elkaar te halen, zijn de huidige bestuurders blij dat dat niet is gebeurd.

‘‘De samenwerking binnen het concern biedt zoveel kansen als het gaat om de verdeling van zorg, het opleiden van mensen, het bieden van de juiste zorg op de juiste plek en het doen van onderzoek. Opsplitsing had alleen maar voor onnodige obstakels gezorgd. Samenwerking is nu veel makkelijker en goed voor de patiënt en de zorg.’’ Hoe die samenwerking er precies uit komt te zien, wordt de komende jaren verder uitgewerkt.

Maar in de droom van Patrick Vink gaat de samenwerking ook verder over de Friese grenzen heen. Bijvoorbeeld op het gebied van het hartcentrum met het UMCG in Groningen en Isala in Zwolle. Om ervoor te zorgen dat het hartcentrum zich kan blijven ontwikkelen en nieuwe behandelingen kan blijven aanbieden. Met het Radboud in Nijmegen is het MCL een samenwerking aangegaan om specialistisch en vernieuwend onderzoek te doen naar ‘pijn op de borst’ en op oncologiegebied is er een samenwerking met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam.

Zo is op heel veel verschillende niveaus samenwerking nodig om goede, bereikbare en betaalbare zorg voor Friezen te behouden. ‘‘We moeten af van het concurrentiemodel. We moeten het samen doen, met het MCL (en ook ZPF) als regisseur en motor van de vernieuwing.’’

Dit zal geen eenvoudige klus zijn, weet ook Patrick Vink. Wat drijft hem dan om hier iedere dag weer vol voor te gaan. ‘‘Op verschillende momenten in mijn leven heb ik ervaren hoe belangrijk goede zorg is. Dat gun ik iedereen. Goede zorg voor iedereen nu en in de toekomst is mijn drijfveer. Daar wil ik graag een bijdrage aan leveren.’’

Bekijk meer verhalen over afdelingen, mensen, zorg, keuzes, meedoen en geluk op deze pagina.