Spring naar inhoud

Flowmeter verhoogt kwaliteit bypassoperaties

David Stecher

Het is een maar een paar minuutjes extra werk om het te gebruiken, maar het betekent een enorme kwaliteitsslag.

Het MCL voert sinds enkele maanden bypass-operaties uit met behulp van een ‘flow-probe’. De sonde werkt met Transit Time Flow Measurement (TTFM) en meet het bloedvolume dat door de aderen stroomt. Met de techniek kan de chirurg al tijdens de ingreep controleren of de aangebrachte bypass goed functioneert. Zo niet, dan kan direct worden ingegrepen. Het was een wens van het hart-vaatcentrum om de flow-probe te gebruiken om zo de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Cardiothoracaal chirurg David Stecher wil inmiddels niet meer zonder het apparaat opereren.

Een bypass is een omleiding van een kransslagader van het hart, bedoeld om een ernstige soms levensbedreigende vernauwing of verstopping van de kransslagader te omzeilen. Stecher. “We maken een omleiding zodat bloed weer vrijuit kan stromen. Daarvoor gebruiken we een slagader van achter het borstbeen. We maken dan een klein sneetje in de kransslagader van het hart, een kleine opening stroomafwaarts van de vernauwing. Daarop hechten we die slagader vast. Of we gebruiken stukjes ader uit het been of een stukje slagader uit een onderarm. Die ‘grafts’ hechten we dus vast aan de kransslagader.” 

Hartschade

Het MCL voert jaarlijks ongeveer 350 bypassoperaties uit. Normaliter zijn er volgens Stecher een paar mogelijkheden om te checken of de bypass goed functioneert. “Met een echo van het hart controleren we of de hartspier goed knijpt. Als blijkt dat een bepaald gedeelte van het hart achterblijft, kan het zijn dat daar een probleem met de omleiding zit, maar dit kan ook het gevolg zijn van andere oorzaken. Dan is er natuurlijk het hartfilmpje of ECG, waarmee we eventuele zuurstoftekorten kunnen waarnemen en je hebt de hemodynamiek, de bloeddrukmeting. Deze testen gebeuren al tijdens de operatie. Ze geven wel goed inzicht, maar je kunt nooit helemaal goed voorspellen of de bypass goed werkt. Het kan op de operatiekamer allemaal prima lijken aan de hand van deze onderzoeken, maar de patiënt kan dan toch na de operatie op de intensive care opeens een infarct doormaken. Dat willen we graag voorkomen.” Op de intensive care worden door bloedtestjes de hartenzymen gemeten. Als blijkt dat de omleiding niet goed functioneert, pieken deze stofjes en maakt de patiënt een acuut hartinfarct door. Vaak is het leed dan al (deels) geleden en kan er meestal niet zoveel meer worden gedaan. “Zo’n patiënt kan met spoed naar de katheterisatieruimte om te kijken waar het probleem zit. Mogelijk kan er nog wel ergens een stent geplaatst worden om de schade te beperken.” Een ander scenario is dat een bypass de eerste dagen prima functioneert en na enkele weken opeens minder goed of niet meer werkt. Dat kan ook enkele jaren na dato gebeuren. “Het is moeilijk te zeggen hoe vaak ‘graft failure’ precies voorkomt, maar een van de oorzaken zijn technische problemen bij de aanleg van de vaatverbindingen. Deze zijn met flowmetingen tijdens de operatie mogelijk al vast te stellen en dus te verhelpen. Volgens de literatuur is vroege graft failure in de slagaderbypasses ongeveer 1% en bij de aders uit het been tot ongeveer 10%. Een niet te verwaarlozen probleem dus.”

“Je weet direct wat er fout is en kunt dat tijdig herstellen.”

Direct ingrijpen

De bloedvaten zijn maar enkele millimeters dik en daarin leggen chirurgen met naald en draad een vaatverbinding aan. “Bij het werken met deze fragiele kleine vaatjes kan er makkelijk iets mis gaan”, zegt Stecher. “Bovendien kan de graft iets verdraaid of geknikt zijn zonder dat dit goed zichtbaar is. De flow-probe is bedoeld om deze complicaties te voorkomen. De sonde heeft een U-vorm die om het bloedvat wordt gelegd. De probe stuurt een signaal door het vat heen. De vertraging die dat signaal door de bloedstroom oploopt, wordt omgerekend in milliliters per minuut. Dat geeft een goed beeld van de bloeddoorstroming. Ook kan met een aparte imaging probe een soort echo van de vaatverbinding gemaakt worden. Dan zie je of de verbinding goed is gelegd, of dat er onregelmatigheden te zien zijn. Zo nodig maak je direct de bypass opnieuw. Vaak blijkt daarna dat de flow weer goed is. Dit apparaat maakt dus direct duidelijk of wat je doet, het gewenste effect heeft of niet. Zo hopen we vroege graft-failures te voorkomen.” 

Kwaliteitsslag

Stecher wil niet meer zonder de flow-probe opereren. “Het gebruik van deze probe geeft zoveel informatie waardoor je nog direct kunt ingrijpen als dat nodig is. Het geeft rust als blijkt dat de bloeddoorstroming goed is en de verbinding die je gelegd hebt, goed functioneert. Hoe vaker je met dit apparaat werkt, hoe meer inzicht je krijgt in wat de metingen en alle additionele afgeleide parameters betekenen. Of een nieuw aangebrachte graft niet goed functioneert, verdraaid of geknikt zit, geeft bijvoorbeeld verschillende curves in de metingen. Je weet direct wat er fout is en kunt dat tijdig herstellen. Het is nog te vroeg om te zeggen dat het aantal patiënten dat met complicaties terugkomt vermindert, maar het geeft wel meer garantie op het werk. Het is iets heel simpels. Het is een maar een paar minuutjes extra werk om het te gebruiken, maar het betekent een enorme kwaliteitsslag.”

Meer lezen van MCL vertelt?

Bekijk meer verhalen over afdelingen, mensen, zorg, keuzes, meedoen en geluk op deze pagina.

MCL als topklinisch opleidingsziekenhuis

MCL is een topklinisch opleidingsziekenhuis en behoort sinds 2003 tot de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Dit betekent dat ons ziekenhuis voldoet aan verschillende eisen die voornamelijk te maken hebben met de kwaliteit van het onderwijs, (medische) opleidingen en wetenschappelijk onderzoek. Het lidmaatschap betekent een erkenning voor de energie die het MCL heeft gestoken in de specialistische opleidingen. De vereniging STZ bestaat uit zesentwintig grote opleidingsziekenhuizen in Nederland die hooggespecialiseerde medische zorg verlenen, wetenschappelijk onderzoek doen en vele artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals opleiden. Meer weten? Zie deze pagina.