Algemeen flexverpleegkundige - Flexkracht
Bea
‘Natuurlijk is de flexpool spannend, maar het is dé kans om mezelf te ontwikkelen en veel specialismen te ontdekken’
‘Natuurlijk is de flexpool spannend, maar het is dé kans om mezelf te ontwikkelen en veel specialismen te ontdekken’
Het is heel vroeg in de ochtend, de wekker gaat. Aan de ontbijttafel werp ik een blik op de app van het STW (het flexbureau van het MCL) om te kijken op welke afdeling ik vandaag mag werken; cardiologie, orthopedie, of bijvoorbeeld de trauma en vaat-afdeling. Ik haal mijn pak uit de kledingautomaat en vul deze met mijn schaar, kocher, klokje, tape, infuusdopjes en nog veel meer. Ook mijn notitieboekje is onmisbaar tijdens een dienst. Eenmaal op de afdeling bereid ik mij voor op de dienst door de dossiers van mijn patiënten door te lezen.
Aan de slag! Ik observeer de patiënten al tijdens het eerste contact. Hier kan ik vaak al veel uit opmaken. Na alle metingen, medicijnrondes, alle bellen, katheters verwijderen of legen, wonden en drains verzorgen, het klaarmaken en toedienen van antibiotica, ondersteuning voor de patiënten bij wassen en aankleden, onderzoeken, patiënten van en naar de OK brengen, opnames en ontslagen is het tijd voor de artsenvisite. Een dergelijke volgorde zou ideaal zijn. Uiteraard verschilt dit elke dag en moet je vaak prioriteiten stellen. Daarnaast doen er zich ook onverwachte situaties voor; een patiënt die niet lekker wordt, een assistentiebel, een spoedopname of een overname van een andere afdeling.
Tussen de middag maken we even tijd voor de lunch. Ik krijg dan vaak de vraag van collega’s en stagiaires of ik het niet eng vind om telkens op een nieuwe of andere afdeling te werken. Natuurlijk is het spannend. Alles moet wennen. Maar het is dé kans om mijzelf te ontwikkelen en veel specialismen te ontdekken. De patiënten de best mogelijke zorg bieden om op die manier een ziekenhuisopname een iets minder nare ervaring te laten worden is mijn doel. Dat kan op alle afdelingen!
Het tweede deel van de dagdienst is gevuld met overleggen, hulp vragen en aanbieden aan collega’s, telefoontjes, medicatierondes, metingen, andere patiënten van en naar OK, onderzoeken, patiënten mobiliseren, rapporteren, ontslagen, tussendoor natuurlijk de bellen en vragen van familieleden beantwoorden tijdens het bezoekuur.
De dag vliegt voorbij! Een blik op de klok; het is alweer drie uur geweest. Een laatste ronde langs de patiënten om het ‘af te sluiten’. Ik meld dat ze straks mijn collega van de late dienst zullen treffen. Ik word erg bedankt voor de goede zorgen. Zorgvuldig draag ik al de zorg van de patiënten over aan mijn collega. De pieper in het rek, telefoon in de oplader. Het witte pak in de waskar.
Met vermoeide voeten, maar een erg voldaan gevoel doe ik een stap naar buiten, de heerlijke buitenlucht komt me tegemoet. Knop om, hoofd leeg, morgen mag ik weer op een andere afdeling goede zorg verlenen.